The thorns of Jesus Christ's Crown found in “Ein Gedi, The Hiding place of King David”.

Aan de rand van de Judea-woestijn zijn prachtige watervallen te vinden, niet ver van de rand van de Dode Zee. Bekend als David Waterfall, valt er 120 voet (36 meter) in een ondiep water. In dit natuurgebied vind je bomen waar doornen aanzitten die door de Romeinen gebruikt zijn om de kroon van Jesus Christus te maken.

De waterval ligt op ongeveer 1,5 km lopen van de ingang van het natuurreservaat Ein Gedi. Onderweg zijn er verschillende kleinere watervallen uit de Nahal David (David River) ontstaan. Vanaf de voet van de waterval kunt u verder op een ander pad dat u naar de kleine Dudim-grot brengt, net boven de kop van de waterval.

De waterval en rivier danken hun naam aan de Bijbelse figuur koning David. Een verhaal uit het eerste boek van Samuël, hoofdstuk 24, beschrijft koning Saul, met een strijdmacht van 3.000 soldaten, die de jonge David achtervolgt. Hij is jaloers op Davids populariteit onder de mensen na Davids overwinning op Goliath. Volgens het Bijbelse verhaal sloop David op een avond achter koning Saul en gebruikte zijn zwaard om een stuk uit Sauls mantel te snijden. De volgende ochtend confronteerde David de koning en gebruikte hij het stuk doek om te bewijzen dat hij Saul had kunnen doden, maar koos ervoor om zijn leven te sparen. Dit gebeurde in de Dudim Cave.